Neen. De meeste mensen hebben hun tekst graag simpel. Met eenvoudige zinnen en woorden die iedereen begrijpt. Toch houden velen vast aan complexiteit. Want stel je voor dat de tekst te kinderachtig klinkt. Of dat je minder deskundig overkomt. Of erger: betuttelend. Maar wat blijkt? Volgens taalkundigen Pander Maat & Gravekamp win je alleen maar met eenvoudige taal. Bij zowel laag- als hoogopgeleiden. Al zijn er wel nog wat punten en komma’s.
Wat lees je het liefst?
(A) ‘Om deze reden is op uw rekening in het vervolg geen debetstand meer toegestaan.’
(B) ‘U mag daarom niet meer in het rood staan.’
Zo gingen de onderzoekers dus te werk. Ze ‘versimpelden’ stelselmatig een zin en goten beide in twee verschillende brieven. Eén van een bank en één van een woonzorginstelling. Ze varieerden in woordkeuze en zinsopbouw. Zo vervingen ze vaktaal door een herkenbaar en makkelijk woord. Of korten ze de zin in door de bijzinnen eruit te halen. Conclusie? De meeste mensen hebben bij versie B meteen de ernst van de zaak door.
Nog een voorbeeld?
(A) ‘Vanwege het toenemende aantal coronabesmettingen zien wij ons genoodzaakt onze maatregelen aan te scherpen; middels deze brief willen wij u informeren over deze aanscherpingen en wat ze voor u inhouden.’
(B) ‘Er zijn veel besmettingen met corona. Daarom hebben we de regels strenger moeten maken. In deze brief leest u wat dit voor u betekent.’
Ook hier merk je: de juiste woordkeuze en heldere opbouw van versie B werpt zijn vruchten af. Het vraagt veel minder inspanning omdat je meteen weet waarover het gaat. Zoveel is zeker en tot daar niets nieuws onder zon. Maar vinden ook hoogopgeleide lezers dat altijd even fijn? De onderzoekers beten zich erin vast.
Ook auteur wordt positief ervaren
Jazeker. Lezers van eenvoudige teksten ervaren een gevoel van trots. Zo van: “Hey, ik ben mee in het verhaal”. Dat gevoel slaat ook over op de auteur. Want die houdt rekening met de lezer, en die komt sympathieker over. Vriendelijker. Sterker nog: uit een van de brieven bleek dat vooral hoogopgeleide lezers eenvoudige zinnen willen lezen.
Intelligenter in zijn eenvoud
Tijd om de Amerikaanse taalkundige Oppenheimer – niet die van de atoombom – en zijn studenten erbij te halen. Want tegen alle intuïtie in ontdekte hij dit: auteurs met een complexe schrijfstijl kwamen net minder intelligent over dan zij met een eenvoudige schrijfstijl. Weten mensen die in grote woorden spreken wel écht waarover het gaat? Vaak blijven die hangen in een wollige laag van oppervlakkigheid. En lukt het hen niet om zaken concreet en relevant te vatten. Zo kan je pas iets eenvoudig overbrengen als je zelf de materie goed begrijpt. Denk aan een Lieven Scheire die de tweede wet van Newton uitlegt.
Niet alle teksten zijn gelijk
Even nuanceren. Oppenheimer gebruikte in zijn experiment complexe, abstracte teksten. Vooral wanneer zulke boodschappen vereenvoudigd worden, zijn hoogopgeleide lezers dankbaar. En uiten ze hun waardering naar de auteur. Klinkt logisch en herkenbaar. Waar hoogopgeleiden wel moeite mee hebben? Als we zogezegde eenduidige boodschappen nog eens extra vereenvoudigen. Daar loeren Jip en ook Janneke wél om de hoek. Denk aan een eenduidige instructie om een rekening te openen. Of om de koffiemachine te bedienen.
Afwisseling tot een harmonieuze tekst
Houd je niet te dogmatisch vast aan regels om eenvoudig te schrijven. ‘Schrijf in korte zinnen’, is er zo een. Maar het is net die opeenvolging van korte zinnen die storend werkt. Daar. Krijgt. Je. Lezer. Een. Punthoofd. Van. Die staccato laat je beter aan Mozart.
Dat geldt ook omgekeerd: lange zinnen zijn niet de facto complexe zinnen. Het is vooral de aard van de constructie die maakt of je zin complex is. De mate van onderschikkende voegwoorden en tangconstructies. Maar een lange mededelende zin zonder bijzinnen kan perfect eenvoudig zijn. Meer nog, het zorgt net voor wat afwisseling tussen het geweld van de korte zinnen.
Hou vakjargon onder vakgenoten
Jargon is goed. Het is de snelweg om instant een hele brok informatie over te brengen. En geeft vaklui de kans om eenduidig te communiceren. Fijn dat artsen onderling los kunnen gaan op de subcapitale humerusfractuur. En dat notarissen gelukkig weten dat er absoluut niets futuristisch is aan een holografisch testament. Houden dus. Alleen: onder gelijkgezinden. Het is goed dat jargon bestaat, maar zodra je voor een breder publiek schrijft, vermijd je dergelijke termen beter.
Ga voor eenvoud, en je wint op alle banken
Dus, de volgende keer dat je zit te tokkelen en nadenkt over de juiste woorden, onthoud dan dit: eenvoud siert, en je lezers zijn je zo dankbaar. Want iedereen kan de dingen groter en complexer voorstellen dan ze zijn. Niks moeilijks aan. Maar volgens Einstein heb je veel moed en een tikkeltje genialiteit nodig om het omgekeerde te doen. Daarom deze ode aan de geniale mens die de zaken simpel voorstelt. Zodat elke lezer je begrijpt. En ja, ook de hoogopgeleide en vaardige lezer wordt er zowaar gelukkig van.