Ik beken. Ik praat snel. Zeker tijdens een training durf ik nogal eens de verbale autostrade te nemen. Zo kreeg ik vorige week nog deze feedback: “Bavo, je praat héél snel. Maar dat zal je wel weten zeker?”

Inderdaad, ik weet het.

En ik zou liever wat trager en rustiger spreken zoals ik tijdens m’n lessen voordracht geleerd heb. Maar het lukt niet als ik op dreef ben. Bij gedrevenheid hoort topsnelheid. Blijkbaar.

Speech_logo_ZW

Maar ik ben niet alleen. Ook anderen en bij uitstek onze volledige samenleving is op dreef. Of in hetzelfde bedje ziek. Diagnose? Informatieoverload, of beter infobesitas. Infobesitas als chronische ziekte van deze tijd. We verdrinken net niet in de tsunami van woorden die elke dag over ons heen rolt. 105.000 woorden per dag, 16.000 woorden spreken we dagelijks uit en elke dag braakt de socialmediatrein een ongeziene lading meningen, fomo’s en wist-je-datjes uit in onze pomo-samenleving. Slikken maar, want per slot van rekening netjes voorgekauwd en hapklaar.

Probeer maar eens te volgen in die ratrace van letters. Ga er maar aan staan.
Of beter: ga erbij liggen. En doe je oren en je ogen toe.
Want één ding is zeker. Echt stil wordt het nooit meer.

En het www – de wereldwijdewekker – is de grote schuldige.

Iedereen uitgever

Het internet heeft de kracht om je verhaal met een druk op de knop voor miljoenen mensen zichtbaar te maken. Storytelling, verhalen, getuigenissen, blogs … allemaal interessant om te lezen. Maar vind maar eens de tijd om ze te lezen.

Tegelijk zijn die woorden net ook het koren op de molen waar de zoekmachine Google op draait. Hoe meer mooie woorden je produceert, hoe beter de machine presteert, hoe meer bezoekers je via die weg ontvangt, hoe meer omzet je draait, … Een systeem dat zichzelf in standhoudt en alsmaar groter wordt.
Met exponentieel effect in socialemediakringen. En dan hebben we het nog niet over het spotgoedkope communicatiekanaal van e-mailmarketing waar taal vaak ongevraagd binnendringt in miljoenen persoonlijke mailboxen.

En versta me niet verkeerd. Met inhoud en mooie verhalen is op zich niets verkeerd. Het internet blijft een fantastisch medium. Alleen enkel content om de content maakt niemand content. Behalve dan de contentbubble. Want de bubble leeft op lucht.

Semantische inflatie

Het is net die wereldwijde overconsumptie van woorden die leidt tot inflatie. Semantische inflatie. Want wat verstaat u precies onder duurzaamheid, flexibiliteit en kwaliteit? Misschien kan de ECB aan de Nederlandse Taalunie vragen om wat waardevolle woorden in ons jargon te pompen om die inflatoire krachten tegen te gaan? Koppel onze economische drang naar altijd meer, hoger, verder aan de verspreidingskracht van het wereldwijdeweb. En je weet, dit eindigt met een Crash der Letteren.

Toch is er nog hoop. Want meer is niet altijd beter.

De bekende slager (en marketingman) Hendrik Dierendonck schiet niet in een kramp als hem ter ore komt dat we te veel vlees eten. “Inderdaad”, zegt hij “We eten te veel vlees. We zouden beter wat minder vlees eten. En meer kwaliteitsvlees eten. We zouden er meer van genieten.” Gelijk heeft hij. De waarde stijgt door haar schaarste. Niet door het dagdagelijkse. Laten we ook in taal wat contenter zijn met minder.

Een beetje stiller zou ons allemaal contenter maken.
Want stilte is het nieuwe goud. Een 26-karaat kostbaar goed en quasi niet meer te vinden.

Sta daarom bij een volgend artikel, opiniestuk of nieuwjaarstoespraak eens stil bij de waarde van je woorden. Ik bedoel echt stil. Stil. Zoals in niets zeggen of schrijven.

Je zal zien.

Een woord is sterker als het ook stil is rond het woord. Als het alleen staat.

Geïsoleerd. Weg van het ruis. In volle glorie. En vol in de spotlight. Waarom? Omdat het pas dan alle aandacht naar zich toe zuigt. Meteen de leeslijn van de lezer over zich krijgt. En maximaal verwerkt en begrepen wordt.

Hetzelfde in een speech. Want witruimte op papier is stilte in een speech. Zodra de stem een pauze laat, spitst het publiek de oren. En stijgt de aandachtsboog. De stilte als springplank naar wat echt belangrijk is. Of het nu de pointe of de receptie is. Want paradoxaal genoeg is stilte net de katalysator die je verhaal nodig heeft. De motor waar je verhaal op blijft draaien.

Maak je volgende nieuwjaarspeech memorabel. Of adembenemend. Letterlijk.
Hoe? Maak er één grote stilte van.

Laat 2018 het Jaar van de Stilte en de Witruimte worden.

Met af en toe een fijngekozen woord.