Verluieren. Opeens stond het daar. Geschreven op een instructiepaneel om jonge ouders de weg te wijzen naar een veilige plek om hun baby te – tja – verluieren. Goed bedoeld, maar toch, ik was in de war. Het mentale beeld bij het woord klopte niet. Hoe kwam dat?

Een luier is een zelfstandig naamwoord. En met verluieren hebben we er een werkwoord van gemaakt. Dat gebeurt wel vaker, die wisselwerking tussen werkwoord, substantief en zelfs deelwoord. Denk aan: zuipen, de zuiper, het gezuip. Of springen, de springer, het gespring. En: lopen, de loper, het geloop … Makkelijk om te begrijpen want qua betekenis liggen die woordsoorten ook dichtbij elkaar. We voegen er een prefix of suffix aan toe, en hop we hebben een variant in een andere categorie. Met ongeveer dezelfde betekenis.

Economische evolutie van taal

Terug naar onze luier. Hier is het de actie van een luier te ver-wisselen, te ver-anderen, te ver-vangen, te ver-versen, te ver-schonen. Je ziet, het prefix -ver is nog niet zo ver gezocht. Het ligt voor de hand om het prefix ver- nu ook toe passen op het naamwoord ‘luier’. Het is een efficiënte manier om in één woord zowel de handeling als het object te steken. Handig toch. Zo hoeven mensen geen drie woorden te lezen en is het meteen duidelijk. Volledig conform de huidige tijdsgeest van time is money. Verluieren is gewoon een economische evolutie van de taal. Vergelijk:

  • Je kan de luier van je baby hier verwisselen. (9 woorden)
  • Je kan je baby hier verluieren. (6 woorden)

Point taken. Maar toch, er klopte iets niet aan die shortcut.

Luier lijkt op luieren

De reden waarom verluieren en luier niet kloppen ligt in ons mentale denken. Het komt door de bijbehorende associaties die we in onze hersenen maken. Ons hoofd maakt via neuronen supersnelle verbindingen en functioneren  niet in mooi genuanceerde grammaticaal correcte volzinnen. We hoppen als het ware van het ene beeldconcept naar het andere. Zonder echt na te denken bij de betekenis.

  • Zo gaat ons hoofd te werk: sandaal > zee > golven > boot > zeilen > wind > koud > …

Daar zit de angel. Een luier verwisselen is een noodzakelijk kwaad waar een baby de absolute hulp voor nodig heeft van een volwassene. En een luier gaan we pas vervangen als de behoefte van de baby gebeurd is. Dus bij een luier vervangen denken we aan: pipi en kaka.

Dan roept luieren toch een andere betekenis op. Dat doen we nu eenmaal graag. Even zalig niets doen. Heerlijk! En wat heeft een luiaard nu te maken met een luier van een baby. Niets. Net zoals de woorden Luilekkerland. Luiaard. Luilak. Allemaal afgeleiden van luieren. Maar niet van luier.

Het spanningsveld zit in ons hoofd

Het woordbeeld luieren staat visueel dichtbij verluieren. Semantisch staan beide woorden echter mijlenver uit elkaar. En net daarom voelt het woord oncomfortabel. Omdat onze hersenen in 1 oogopslag dat onderscheid niet kunnen maken. Bij het zien van het woord zitten we visueel in de knoop met de betekenis. En geef toe, een stinkende luier verluieren is luilekkerland niet. Van die stinkende luier wil je zo snel mogelijk weg, in luilekkerland wil je zo lang mogelijk blijven.

Ander woord voor luier of luieren?

Hoe op te lossen? Simpel, niet. Het toont de complexiteit van taal en denken. En als het je stoort? Vind een ander woord voor luier of luieren. Twee woorden die qua woordbeeld mijlenver van  elkaar staan. Zoals stoel en tafel. Of ster en maan. Da’s makkelijk, want die twee lijken ook niet op elkaar: visueel en semantisch niet. Daarom, voor ‘verluieren’ moeten er toch alternatieven te vinden zijn. Of geraken we echt niet verder dan: Verversen en Verschonen?

Of gewoon lui in het verluieren wezen?