Prikkelbare darmen krijg ik ervan. Niet van de discussie, wel over de simpelheid waarmee er naar taal gekeken wordt. Taal wordt herleid tot het maken van dt-fouten. ‘Dat het niet meer gebeurt/gebeurd!’ En meteen worden taalwetenschappers opgevoerd om te duiden hoe dat nu eigenlijk zit. Of het allemaal niet eenvoudiger kan?

Het doet me pijn aan het hart om te zien hoe m’n vakgebied in zo een kortzichtig vakje geduwd wordt. Een formele discussie van een ongetwijfeld goedbedoeld taalregeltje.

Weet je waar het écht over zou moeten gaan?

Taal gaat over betekenis

Wat betekent een woord nu echt? ‘Bitcoinbeleggers, La Boum 2, antivaxers, …’ Daar heb je een heel leger van andere woordjes voor nodig om dat te duiden. En dan nog. Is taal daarvoor het perfecte middel? Absoluut niet.Taal heeft een continue begripsverwarring waar elke wiskundige grijze haren van krijgt. Maar we hebben niet beter. 

Taal gaat over opbouw en structuur

Logisch redeneren. Hoe is een zin, een tekst, een argument opgebouwd? Hoe zorg je ervoor dat ik jou begrijp. En dat jij m’n verontwaardiging snapt. En dat jij dan opnieuw kan nadenken. 

Elk idee, klein of groot, begint met een inhoudsloos woord, gaat over in een iets meer zeggende zin en eindigt in een veelzeggende paragraaf met een idee waar we als samenleving naartoe schuiven. Woorden bepalen ons denken. Onze samenleving. Ons leven. Elke zin is een gedachte die je in het hoofd van je lezer of luisteraar plant. Oordeel zelf of die plant een overwoekeraar is of een zuiverende functie heeft. 

Ken de waarde van zogenaamde inhoudsloze woordjes in taal. Structuurwoorden. Woordjes die coherentie impliciet of expliciet blootleggen.

En over zogezegde inhoudsloze woordjes

De betekenis van een woord zit niet in het woord zelf maar wordt bepaald door de woorden die errond staan. En dan vooral de op het eerste gezicht ‘inhoudsloze’ woordjes. Woordjes waarbij we ons geen mentaal woordbeeld kunnen voorstelen.

Denk aan de nevenschikkende voegwoorden ‘maar’, ‘want, en ‘dus’. ‘Ja, de schuldenberg is enorm maar de kost van de vergrijzing is nog veel erger’

En waarom sommige mensen net datgene willen benoemen door het ‘niet’ te benoemen. ‘Ik zou nooit zeggen dat hij corrupt is.’ 

Wat wordt er vooral niet gezegd wat eigenlijk wel zou moeten gezegd worden. ‘De politie is pas tussengekomen als de feestvierders zelf met elkaar op de vuist gingen’.

En waarom gebruikt iemand humor als het niet om te lachen is. Hoe zaai je angst in je betoog zonder het woord angst te gebruiken? ‘Na een jaar kan ik nog altijd niets onthouden.’

Basistechnieken uit de klassieke retorica niet om een boodschap over te brengen. Wel om een publiek in een bepaalde richting te laten denken. Daarover zou het debat met taalwetenschappers moeten gaan. 

Taal is van de mens. De mens is van taal.

Taal is de grondstof waarmee we opstaan en gaan slapen, onze dagen opvrolijken… Taal laat ons in gemeenschap samenwerken, goed en kwaad spreken, verhalen vertellen, afspraken maken, liefhebben, ons doen geloven in abstracte constructies zoals geld… Dankzij taal zijn we de dominante soort op aarde geworden. Meer dan honderdduizend woorden krijgen we elke dag te zien.

Dominanter is een vakgebied niet aanwezig in de samenleving. 

Kortom, in alles wat we uitademen zit er een woord tussen. Maar over de dt-regel slaak ik een diepe zucht. En wil ik vooral begrijpen wat er niet gezegd wordt.

Kunnen we het daarover eens hebben?

Bavo Van Landeghem