“Indien u niet binnen de gestelde termijn van vijf werkdagen na ontvangst van deze mededeling het paspoort persoonlijk komt afhalen bij het gemeentehuis, zien wij ons genoodzaakt om het document retour te zenden naar de centrale administratie, waarbij het paspoort niet langer beschikbaar zal zijn voor afhaling zonder bijkomende administratieve handelingen.”

Wacht wat?! En bij wie? En wanneer? … geen idee! Hellep!!! Kortsluiting in je brein. Opnieuw herlezen dan maar. Maar daar heb je geen tijd voor. Of eerlijk: geen zin! En terecht: ik zou ook geen zin hebben in deze zin. Oplossing? Schrijf eenvoudiger. Helder. Zoals: “Kom uw paspoort binnen vijf werkdagen ophalen bij het gemeentehuis. Anders sturen we het terug.

Voilà, kortsluiting opgelost. En we zien weer klaar en duidelijk. Zelf helder en eenvoudig leren schrijven? Ontdek onze 7 tips!

Tip 1: vermijd vakjargon

Of toch als je naar een brede groep communiceert. Onder gelijkgezinden is jargon snel en efficiënt: “Ontdek onze USP’s en waarom zoveel klanten voor ons kiezen!”. Kort, krachtig en begrijpelijk als je marketingspecialist bent. Ben je dat niet, dan heb je geen flauw benul waarover het gaat. Je zegt dus beter: “Ontdek zelf wat ons uniek maakt en waarom zoveel klanten voor ons kiezen.

Tip 2: vermijd ouderwetse woorden en vaagmakers

Zwaar en archaïsch woordgebruik maken een tekst onnodig moeilijk en kosten de lezer veel inspanning.  Kies daarom voor eenvoudige en heldere woorden. Gebruik bijvoorbeeld ‘over’ in plaats van ‘inzake’ of ‘betreffende’. 

Daarnaast maken vage woorden zoals ‘waarschijnlijk’, ‘eventueel’, ‘sommige’, ‘een beetje’ een tekst minder krachtig. Deze vaagmakers zijn overbodig. Maak het concreet. Schrijf dus ‘binnen drie dagen’ in plaats van ‘binnenkort’.

Tip 3: vermijd naamwoordstijl

Ook wel: het gesubstantiveerde werkwoord. Dat krijg je als je voor je een werkwoord een lidwoord plaatst en er dus een substantief van maakt. “Het verhogen van de omzet is ons doel”. Deze constructie maakt je zinnen onnodig complex en onpersoonlijk. Weg ermee dus. Maak in de plaats gewoon je onderwerp expliciet: “We willen de omzet verhogen”.

Tip 4: gebruik korte zinnen

Onze raad? Keer terug naar de basisstructuur van het Nederlands: SVO. Eerst het onderwerp, dan je werkwoord en dan de rest. Schrijf dus niet “Chris wordt elke avond met een blauwe auto voor de poorten van het bedrijf afgehaald door Sanne”. Maar wel: “Sanne (S) haalt (V) Chris (O) met een blauwe auto op. En dat doet ze elke avond voor de poorten van het bedrijf.

Ook overbodige hulpwerkwoorden en bijzinnen maken je zinnen complexer. Zeg niet: “Het lijkt erop dat het mogelijk is dat wij binnenkort, als alles goed gaat, de beslissing zullen nemen over de voortzetting van het project”. Maar wel: “We nemen morgen een beslissing over het project”. Minder hulpwerkwoorden. Minder bijzinnen. Directer en duidelijker.

Tip 5: bezuinig op passief

Kies voor de actieve vorm. Ze maakt je zinnen korter én volgt de SVO- structuur.  Bijkomend voordeel? Je vermijdt overbodige hulpwerkwoorden. Zeg dus niet: “De beslissing werd door het management genomen.” Maar wel: “Het management nam de beslissing”.

Tip 6: kies een heldere structuur

Ken je de omgekeerde piramide al? Die ziet er zo uit:

Begin met de belangrijkste informatie eerst.
Daarna minder belangrijke informatie.
En het minst belangrijke.

Je zet de essentie van je tekst in de eerste paragraaf, hier trek je de lezer binnen. Daarna geef je telkens meer details vrij. Zorg ervoor dat het minst belangrijkste onderaan staat. Als lezers halverwege afhaken missen ze zo enkel de details.

En denk ook aan visuele structuur in je tekst. Met bullets bijvoorbeeld.

  • Oneven bullets scoren beter dan even.
  • Je start het best met een klein aantal woorden.
  • En je eindigt met een allesomvattend argument. Omdat het laatste altijd langer blijft hangen.

Tip 7: tussentitels werken

Eye-trackingonderzoek toont aan dat onze ogen (online) worden aangetrokken door visuele elementen. Zoals tussentitels. En bulletpoints.

Welke tussentitels gebruik je dan best? Wel, er zijn 3 soorten:

  • Kernzinkoppen geven de belangrijkste zin weer als tussentitels. Denk aan: “Wij zetten de huur van u woning stop vanaf 1 oktober 2025”.
  • Thematische koppen geven het onderwerp van de paragraaf weer. Denk aan: “Einddatum huur”.
  • Vraagstellingen formuleren de tussentitel als een vraag: “Wanneer stopt mijn huur?”

Twijfel je over welke tussentitel? Uit onderzoek blijkt dat kernzinkoppen net iets beter scoren dan thematische koppen.

Waarom is helder schrijven zo belangrijk?  

Lezen vraagt een cognitieve inspanning. Een hoge concentratie. En hoe moeilijker een tekst, hoe meer inspanning. In zijn boek Thinking Fast and Slow (2002) heeft Daniel Kahneman het over twee denksystemen: systeem A en systeem B. Systeem A vraagt weinig inspanning. Denk maar aan alledaagse handelingen zoals je aankleden of autorijden in eigen buurt. Systeem B vraagt meer inspanning, zoals een moeilijke rekensom of autorijden in een wildvreemde hoofdstad.

Waarom we dit vertellen? Wel, taal zit in beide systemen. Eenvoudige zinnen lezen we via systeem A. Is je zin echter complex, dan lezen we via systeem B, en dat vraagt meer inspanning. Een inspanning die je lezer niet altijd bereid is te leveren. Helder schrijven dus is de boodschap.

Nog meer concrete tips en persoonlijke feedback op je tekst? Volg onze opleiding Heerlijk Helder Schrijven.